Verliefd op Bali ! Stukje geschiedenis van Bali
Je leest het regelmatig. Toeristen die "verliefd" worden op Bali. Maar waar worden ze dan verliefd op? Het Bibiza? En wat weten zij eigenlijk van het echte Bali? Bali is een eiland om verliefd op te worden als je je er eerst eens in verdiept. En dan heb ik het niet over waar je een ligbedje vindt of een goedkoop villaatje met zwembad of verwesterd restaurantje.
Lees je in en leer eerst het echte Bali en het leven van de Balinees kennen. Dan heb je iets om verliefd op te worden (en begrijp je de Balinese cultuur ineens een stuk beter). Bali staat bekend als het eiland van de goden met een overwegend hindoeïstische bevolking. De invloed van het hindoeïsme op Bali gebeurde echter niet van de ene op de andere dag. De vorming van het Hindoeïsme op Bali duurde erg lang, ja eeuwen.
Het hindoeïsme werd voor het eerst naar Bali gebracht door Javaanse veroveraars uit Majapahit in de 14e eeuw. In die tijd viel Majapahit in het begin van de 16e eeuw tot de islam. De Javaanse edelen die weigerden de islam als nieuwe religie te omarmen vluchtten vervolgens naar Bali. Ze vluchtten naar het huis van hun familie op Bali en hielden daar de Hindoe-Javaanse beschaving in stand. Om de communicatie tussen de lokale bevolking en de Europese heersers te vergemakkelijken, ontstond een aantal inheemse intellectuelen. In 1917 richtte een geleerde geleerde de eerste moderne organisatie op Bali op als reactie op de toenmalige aanwezigheid van de Sarekat Islam op Bali.
In de jaren twintig werden verschillende organisaties opgericht die tijdschriften in het Maleis publiceerden waarin religie en sociale structuur werden besproken. Hierbij wordt Maleis gebruikt, niet Balinees. Deze situatie deed de Balinezen twijfelen aan hun identiteit. De spanning tussen de conservatieve adel (triwangsa) en de progressieve samenleving (jaba) zet zich voort in hun publicaties. Dit conflict is niet alleen een kwestie van kaste, maar beide groepen hebben dezelfde zorgen, namelijk over hun identiteit en het behoud van hun tradities. Door deze publicaties begonnen de Balinezen hun identiteit te laten gelden als een unieke entiteit, namelijk als een religieuze minderheid die werd bedreigd door de uitbreiding van de islam en het christendom, en als een etnische groep met zijn eigen unieke kenmerken. Met andere woorden, ze begrijpen de Balinese identiteit als iets dat tegelijkertijd voortkomt uit religie en traditie.
Conceptuele veranderingen ontstonden op Bali tijdens het koloniale tijdperk, waarbij de term "adat", die voorheen een administratieve connotatie had, nu door de koloniale regering werd geïnterpreteerd als een contrast met religie. Dit resulteerde in de transformatie van nieuwe conceptuele categorieën in de richting van traditie, wat de Balinese etnische identiteit beïnvloedde. Terwijl de Balinezen proberen hun religie op één lijn te brengen met de islam en het christendom, gaan ze interne discussies aan over de rol van religie en gewoonten.
Triwangsa wil de naam van de Balinese hindoereligie behouden om de traditie en religieuze orde te behouden. Jaba stelde echter de naam Balinees Hindoeïsme voor omdat hij vond dat het Balinezen volk ware volgelingen van het Hindoeïsme waren. Toen brak er een vete uit tussen Triwangsa die de Balinese hindoereligie wilde verdedigen en Jaba die de Balinese hindoereligie voorstelde.
Hoewel de polemiek eind jaren twintig afnam, ging de polemiek door tot de komst van de Japanners in 1942, als gevolg van beschuldigingen van heidendom jegens de Balinezen. In deze tijd slaagden de Nederlanders erin de politieke macht te scheiden van het traditionele gezag, maar religie en gewoonte bleven verenigd. Destijds stelde het Ministerie van Religie verschillende bepalingen vast voor de erkenning van een religie, namelijk dat deze monotheïstisch is, een gecodificeerd rechtssysteem heeft voor haar volgelingen, heilige boeken en profeten heeft, internationale erkenning geniet, en dat haar congregatie niet kan worden beperkt tot één bepaalde etnische groep. Deze criteria waren echter moeilijk te vervullen, dus hun overtuigingen werden in die tijd niet als religie beschouwd, maar alleen als overtuigingen. Toch zweeg het Balinese volk niet. Om deze reden hebben de Balinezen hervormingen nodig, zodat zij geen doelwit worden van de islamitische prediking of christelijke missies. In 1950 bezocht een minister van Religie Bali om dit probleem aan te pakken. De Balinezen konden de minister van Religie echter niet overtuigen toen hem om uitleg over hun geloof werd gevraagd. Twee jaar later kwamen ze overeen om de naam Balinees Hindoeïsme te kiezen, een voorstel dat eerder in de jaren twintig door Triwangsa naar voren was gebracht. Wat betreft heilige boeken kozen ze de naam Sang Hyang Widhi als het concept van de hoogste god. Daarnaast wezen ze ook op de Mahabharata en de Veda’s als heilige boeken.
Dit betekent echter niet noodzakelijkerwijs dat hun religie onmiddellijk werd erkend. Pas in 1958, met de mobilisatie van alle plaatselijke religieuze organisaties en de steun van president Soekarno, werd uiteindelijk een Balinese Hindoe afdeling gevormd binnen het Ministerie van Religie. In 1963 werd de divisie omgevormd tot het Balinese Bureau voor Hindoe Religieuze Zaken, waardoor hun legitimiteit als religie officieel werd erkend. Begin jaren zestig begonnen veel Balinese gemeenschappen buiten Bali te verschijnen. Met het oog hierop veranderde Parisada Dharma Hindu Bali op een congres in 1964 zijn naam in Parisada Hindu Dharma. Het jaar daarop vaardigde president Soekarno PNPS brief nr. 1 uit 1965. In deze brief noemde hij officieel erkende religies, waaronder het hindoeïsme.
In de periode 1966-1980 waren er veel Javaanse inwoners in Midden-Java en Oost-Java, zoals de Tengger bevolking in het Bromo-gebied, Oost-Java; de gemeenschappen Bugis To Wani To Lotang, Toraja-Mamasa en Toraja Sa'dan in Zuid-Sulawesi; enkele Karo inwoners in Noord-Sumatra; evenals de Ngaju- en Luangan-bevolking in Zuid-Kalimantan beweren volgelingen van de hindoereligie te zijn. In 1986 veranderde Parisada Hindu Dharma haar naam in Parisada Hindu Dharma Indonesia, met als doel alle hindoegemeenschappen in Indonesië te omarmen. De oprichting van deze organisatie maakt deel uit van de strijd van de Balinese hindoes om het hindoeïsme te erkennen als een religie, en niet slechts als een sekte.
Reacties
Een reactie posten